Context
De functie is gepositioneerd binnen een sportbond die zich inzet voor (plm. 120) aangesloten verenigingen en (top)sporters (plm. 35.000) op het gebied van accommodatie, opleiding, promotie van de sport en sportontwikkeling (breedtesport). Daarnaast behartigt ze de belangen van de topsport ten behoeve van uitzendingen naar EK’s, WK’s en Olympische spelen. Binnen de bond zijn, naast een bestuur, ongeveer 15 medewerkers op het bondsbureau actief, aangevuld met veel vrijwilligers in commissies en werkgroepen.
De instructeur-trainer II is verantwoordelijk voor het, binnen de kaders van het technisch beleid en sportprogramma, voorbereiden en verzorgen van specifieke trainingen (bv. conditie) en adviseren van de bondscoach.
Doel
Een optimaal prestatieniveau van de technische uitvoering van het sportprogramma realiseren door het begeleiden, opleiden en instrueren van sporters en adviseren van de bondscoach.
Rapportagestructuur
Direct leidinggevende: bondscoach
Geeft leiding aan: deelnemers technische trainingen (functioneel)
Resultaat/bijdrage | Resultaatindicatoren |
1. Trainingsvoorbereiding De binnen het sportprogramma voorkomende trainingen zijn voorbereid in termen van planning (trainingsschema’s), beschikbaarheid van (hulp-)middelen en materialen en selectie/concretisering en invulling van trainingsonderdelen. |
- tijdige beschikbaarheid (hulp-)middelen, planning;
- binnen kaders sportprogramma;
- in aansluiting op doelgroep(en).
|
2. Training en instructie Groepsgewijze en individuele trainingen en instructies zijn volgens een vast programma verzorgd waarbij de aard/zwaarte van de oefeningen, uitleg en begeleiding aansluiten op de samenstelling en capaciteit van de (doel)groep met oog voor het individu. |
- juiste inschatting belastbaarheid;
- kwaliteit van instructie;
- aard/omvang blessures;
- acceptatie/aanvaarding rol/bijdrage door sporters;
- mate van afwisseling oefeningen.
|
3. Analyse en advies Individuele en groepstrainingsresultaten, opponenten/tegenstanders, wedstrijden en toernooien zijn zodanig geanalyseerd dat de deze leiden tot onderbouwde adviezen aan de bondscoach over de inzet en ontwikkeling van sporters en te hanteren tactiek. |
- aantal overgenomen voorstellen;
- kwaliteit van analyse;
- onderbouwing adviezen.
|
4. Registratie en administratie Vorderingen en bijzonderheden van deelnemers zijn vastgelegd in de daarvoor gehanteerde systemen en indien nodig opgevolgd. |
- tijdige, juiste en volledige vastlegging;
- conform procedure.
|
Bezwarende werkomstandigheden
- Ingespannen houding en belasting bij geven van instructies en voordoen/meedoen bij trainingen. Werken onder verschillende weersomstandigheden.
Kenmerk | instructeur-trainer I | Instructeur-trainer II | |
Focus |
- Focus van de functie ligt op voorbereiden en verzorgen van sporttechnische begeleiding en trainingen waarbij de aard/inhoud van de trainingen is voorgeschreven.
|
- Gelijk aan I, en analyse en advies rondom trainingsresultaten, opponenten/ tegenstanders, wedstrijden en toernooien.
|
|
Rol |
- Wordt door sporters aanvaard/geaccepteerd primair op basis van technische rol/bijdrage.
|
- Gelijk aan I, en, op basis van motivatie/stimulering van sporters, in de rol van coach.
|
|
Functiegroep |
7 |
8 |
|
Competenties/gedragsvoorbeelden
Resultaten realiseren (ontwikkelingsstap II)
Bepaalt zelf mee welke resultaten hij/zij dient te behalen, maakt zich verantwoordelijk voor het gezamenlijk resultaat van het team of de afdeling en attendeert over de grenzen van het eigen team/afdeling heen.
- levert resultaten en optimaliseert het werkproces;
- blijft zelfstandig doorwerken bij tegenslag en gewijzigde omstandigheden;
- formuleert zelf mede duidelijke afspraken over welke resultaten hij/zij moet behalen;
- zoekt actief naar nieuwe mogelijkheden om resultaten te behalen.
Analyseren (ontwikkelingsstap III)
Herleidt complexe verbanden tussen deelvraagstukken c.q. -problemen en integreert deze tot een geheel. Achterhaalt onderliggende oorzaken en herkent vooraf moeilijkheden c.q. hindernissen bij oplossingen.
- herkent patronen in oorzaken en gevolgen van deelvraagstukken c.q. -problemen;
- kan deelvraagstukken c.q. -problemen in algemene termen beschrijven en met elkaar in verband brengen;
- zet technieken en instrumenten in om zaken te analyseren;
- denkt na over alternatieve uitkomsten en richt zich proactief op onzekerheden.
Persoonlijk optreden (ontwikkelingsstap I)
Heeft en toont impact op anderen door een zelfverzekerde manier van optreden te hanteren die bij de situatie past.
- presenteert zichzelf zelfverzekerd;
- benadert anderen op een open en vriendelijke manier;
- ziet zichzelf als capabel en effectief;
- maakt een positieve indruk op anderen;
- hanteert een voor de situatie of persoon passende stijl van communiceren.
Coachend leidinggeven (ontwikkelingsstap II)
Beweegt anderen actief tot het leveren van een doelgerichte bijdrage aan het resultaat en ondersteunt de ontwikkeling van de ander.
- confronteert en corrigeert bij slecht functioneren, prijst bij goed functioneren;
- geeft medewerkers zelfstandigheid en delegeert.
Voor deze functie hebben wij de volgende downloads beschikbaar