Context
De functie is gepositioneerd binnen een regionale sportserviceorganisatie (met ongeveer 125 medewerkers) die in opdracht van de aangesloten gemeenten uitvoering geeft aan het sportbeleid binnen de regio. De organisatie zet zich als kennispartner en verbinder in voor een gezonde regio. Hiertoe werkt de organisatie nauw samen met overheden, verenigingen, onderwijs, zorg en welzijn en bedrijfsleven aan het versterken van de sport- en beweeginfrastructuur met als doel zoveel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen te krijgen.
De docent lichamelijke opvoeding I wordt gedetacheerd aan een basisschoolkoepel met meerdere vestigingen. Functiehouder maakt onderdeel uit van de sectie ‘sport en welzijn’ waarbinnen vestiging overstijgend door de teamleider de pedagogische/didactische en technische ontwikkeling van het bewegingsonderwijs plaatsvindt. De docent lichamelijke opvoeding I is verantwoordelijk voor het, op basis van de gegeven planning en curriculum, verzorgen van alle sportlessen aan de leerlingen van groep 1 t/m 8.
Doel
Pedagogisch/didactisch en technisch kwalitatief hoogwaardig en attractief verzorgd bewegingsonderwijs dat met enthousiasme wordt aangeboden en uitgedragen.
Rapportagestructuur
Direct leidinggevende: manager dienstverlening van de sportserviceorganisatie (hiërarchisch).
Geeft leiding aan: teamleider (van opdrachtgever) (functioneel)
Resultaat/bijdrage | Resultaatindicatoren |
1. Lesverzorging Sportlessen zijn inhoudelijk voorbereid en verzorgd waarbij kennis/expertise en vaardigheden o.m. a.d.h.v. theorie en praktijkervaringen door gebruikmaking van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten zijn overgebracht en orde en een positief klimaat zijn bewaakt. |
- tijdige en volledige beschikbaarheid middelen en materialen;
- veiligheid (aard/omvang incidenten);
- tevredenheid leerlingen;
- mate van anticiperen op deelnemers;
- balans tussen expertrol en procesbegeleider.
|
2. Beoordeling/toetsing (Tussen)resultaten van leerlingen zijn beoordeeld aan de hand van de gegeven criteria door (zo objectief mogelijk) vast te stellen in hoeverre de leerling over de gedefinieerde kennis, vaardigheden en competenties beschikt. |
- objectiviteit oordeel;
- mate van herkenbaarheid van en begrip voor oordeel en aanbevelingen;
- feedback van en naar collega’s.
|
Bezwarende werkomstandigheden
- Ingespannen houding/belasting bij het geven van training/instructies.
Kenmerk | | Docent lichamelijke opvoeding I | Docent lichamelijke opvoeding II |
Focus |
|
- Focus van de functie ligt op lesverzorging, sociaalpedagogische ontwikkeling van leerlingen en beoordeling en toetsing binnen het gegeven curriculum.
|
- Gelijk aan I, en curriculumontwikkeling en -uitwerking van het beweegonderwijs in aansluiting op organisatiedoelstellingen en trends- en ontwikkelingen.
|
Functiegroep |
|
9 |
10 |
Competenties/gedragsvoorbeelden
Doelgericht communiceren (ontwikkelingsstap III)
Maakt ingewikkelde zaken begrijpelijk voor anderen met verschillende achtergronden, en zorgt dat de communicatie tot resultaat leidt.
- maakt complexe situaties/conflicten bespreekbaar beheersbaar;
- stimuleert betrokkenheid van lezer(s)/toehoorder(s);
- zet boodschappen in een bredere context, teneinde volledig begrip te creëren;
- communiceert frequent en benut diverse uitlegmethoden om een idee begrepen en geaccepteerd te krijgen.
Persoonlijk optreden (ontwikkelingsstap II)
Draagt eigen ideeën en meningen uit, boeit anderen door aanstekelijk enthousiasme en het doel van acceptabele, onafhankelijke uitspraken.
- spreekt bij het uitdragen van ideeën met overtuigingskracht, invloed en enthousiasme en houdt hiermee de aandacht vast van de ander;
- heeft inzicht in zijn/haar bevoegdheden, neemt gemakkelijk actie en neemt onafhankelijke beslissingen;
- bespreekt meerdere aspecten van een onderwerp in een levendig gepresenteerde samenhang.
Professioneel handelen (ontwikkelingsstap III)
Leert op eigen initiatief kennis en vaardigheden uit het eigen vakgebied bij, en zorgt dat die zowel binnen als buiten het eigen werkterrein doelmatig gebruikt kunnen worden.
- heeft een eigen netwerk en gebruikt eigen netwerk en middelen om kennis en vaardigheden op peil te houden;
- draagt uit eigen vakgebied nieuwe toepassingen aan;
- is creatief in het bedenken van oplossingen.
Pedagogisch/didactisch handelen (ontwikkelstap III)
Geeft duidelijk en gestructureerd onderwijs op een zodanige manier dat leerlingen zich veilig voelen en gemotiveerd worden en/of blijven, rekening houdend met de eindtermen en onderwijskundige uitgangspunten.
- Past tijdens de cursus het programma op een zodanige manier aan dat het ook voor de mensen die minder goed mee kunnen komen te volgen is;
- Houdt kennis bij over mogelijke beperkende factoren voor het leer- en onderwijsproces van een individu;
- Integreert waarden en normgericht gedrag in de onderwijskundige aanpak;
Bepaalt waar en handelt naar de grenzen van de organisatie en de eigen persoon t.a.v. sociaalpedagogische hulpverlening.
Voor deze functie hebben wij de volgende downloads beschikbaar