De functie is gepositioneerd binnen een sportbond die zich inzet voor (plm. 500) aangesloten verenigingen en (top)sporters (plm. 150.000) op het gebied van accommodatie, opleiding, promotie van de sport en sportontwikkeling (breedtesport). Daarnaast behartigt ze de belangen van de topsport ten behoeve van uitzendingen naar EK’s, WK’s en Olympische spelen. Er zijn in totaal ongeveer 75 medewerkers werkzaam bij de bond. Daarnaast zijn veel vrijwilligers actief in commissies en werkgroepen.
Binnen bedrijfsvoering is een onderscheid gemaakt tussen de controlefunctie en de financiële administratie. De financiële administratie is verantwoordelijk voor het verzorgen van de diverse sub-administraties, inclusief salarisadministratie en grootboekadministratie, de periodieke managementinformatie en verslaglegging, het beheer van de financiële middelen e.d. Ten behoeve van de planningen control-cyclus levert de financiële administratie financiële informatie, overzichten en toelichtingen. De manager financiën II is de sparringpartner en het financiële geweten van het management en geeft richting aan de planningen control-cyclus, de financiële en operationele onderbouwing van de bedrijfsvoering en (langetermijn)plannen van de organisatie(onderdelen).
Realiseren van een betrouwbare en waarheidsgetrouwe financiële administratie en verslaglegging, conform de interne richtlijnen en wettelijke vereisten, en adviseren over en bewaken van de financiële en operationele bedrijfsvoering van de organisatie.
Direct leidinggevende: directeur
Geeft leiding aan: 7 tot 10 (parttime) medewerkers
Resultaat/bijdrage | Resultaatindicatoren |
---|---|
1. Financiële planvorming organisatie Het management heeft onderbouwd inzicht in de financiële haalbaarheid en consequenties van organisatieen investeringsplannen, ook op langere termijn, waardoor verantwoorde en betrouwbare besluitvorming plaatsvindt. |
|
2. Begroting en budgettering Vastgestelde organisatieen investeringsplannen zijn vertaald naar een begroting en budgetten als leidraad voor het monitoren, toetsen van de prestaties van de bedrijfsvoering, en als basis voor financieringsvraagstukken: e.e.a. conform de vastgestelde methodiek, (financiële) grondslagen en uitgangspunten. |
|
3. Effectieve (bij)sturing bedrijfsvoering Op basis van onderbouwd inzicht in de operationele en financiële prestaties wordt het management uitgedaagd en geadviseerd om de bedrijfsvoering effectief bij te sturen, ook in het kader van risicobeheersing. |
|
4. Compliance en risicobeheersing De vastgestelde regels en richtlijnen in het kader van compliance en risicobeheersing zijn voor alle aspecten van de bedrijfsvoering geconcretiseerd en via controleprogramma’s getoetst op naleving. |
|
5. Aansturing financiële administratie & verslaglegging Door het aansturen van de operationele processen is effectief uitvoering gegeven aan het verzamelen, vastleggen en verwerken van financiële gegevens in de diverse sub-administraties, het tijdig afsluiten van de grootboekadministratie en het opleveren van de (geconsolideerde) jaarrekening waarbij de verslaglegging is geborgd, ook in afstemming met de accountant. |
|
6. Personeelsbeheer De resultaatbijdragen, ontwikkeling, betrokkenheid en motivatie van medewerkers zijn effectief aangestuurd. |
|
7. Managementinformatie en verslaglegging Aansluitend op de informatiebehoeften vanuit management is in samenwerking met de financiële administratie invulling gegeven aan de op te leveren managementinformatie, alsook bijgedragen aan het verzorgen van de verslaglegging en Jaarstukken in de vorm van toelichtingen. |
|
Kenmerk | Manager financiën I | Manager financiën II | Manager financiën III |
---|---|---|---|
Context |
|
|
|
Focus |
|
|
|
Leidinggeven |
|
|
|
Complexiteit bedrijfsvoering |
|
|
|
Functiegroep | 11 | 12 | 13 |
Stelt ook voor anderen meetbare doelen en prioriteiten en beïnvloedt andere teams/afdelingen.
Geeft klanten op zo’n manier oplossingen voor hun vraagstukken dat ze de gegeven oplossingen niet alleen accepteren maar ook gaan toepassen.
Herleidt complexe verbanden tussen deelvraagstukken c.q. -problemen en integreert deze tot een geheel. Achterhaalt onderliggende oorzaken en herkent vooraf moeilijkheden c.q. hindernissen bij oplossingen.
Handelt op een nauwgezette en geordende wijze ondanks de druk van meerdere belangen.
Ontwikkelt en coördineert initiatieven voor het verkrijgen en inzetten van ‘middelen’ (personeel en overige hulpmiddelen zoals automatisering), zodat niet alleen nu, maar ook in de toekomst doelgericht en doelmatig gewerkt kan worden.